EN 499: E 38 0 RC 11 - DIN 1913: E 4322 R (C) 3
Universele elektrode voor laswerken voor montage, in de werkplaats en voor reparaties, met een bijzondere neiging tot vallende lasposities
Goede kloofoverbrugging, geschikt voor hechtlassen
Geschikt voor verzinkte delen, delen voorzien van een primerlaag en verroeste delen - Bij montagewerk kan met een onveranderde stroomsterkte in alle posities worden gelast
Gladde, licht concave naden met kerfvrije overgang tot het basismateriaal, slakken gedeeltelijk zelflossend - Lasposities: PA, PB, PC, PE, PF, PG (oude DIN 1912 w, h, s, q, ?, f)
Bouwstalen S 235-S 355, St 35-St 52 - Ketelstaal P 235 GH, P 265 GH, HI, HII, 17 Mn 4, 19 Mn 5 - Buisstaal St 35.8-St 45.8
Fijnkorrelige staalsoorten StE 210-StE 360, ook TM-klassen
Gietstaal GS 38-GS 52
De gegevens gelden zonder warmtebehandelingen, bij andere materialen of een andere warmtebehandeling moet bij de handelaar worden nagevraagd of dit product hiervoor geschikt is